Antwaerpse Uitdrukkinge

Antwerps

A

  • da’s een abuus da ni’ zjust is = dat is een vergissing (die niet juist is)
  • Aentwaerpen is de stad en de rest is de parking
  • meh iêl Aentwaerpe mor ni meh mij = ik laat me niet beetnemen (met heel Antwerpen maar niet met mij)
  • Aentwaerps is een wêreldtaal = Antwerps verstaat men overal (Antwerps is een wereldtaal)
  • ’t is ier aeremoei stoh bij = er is hier van alles te weinig
  • a is ambras on ’t verkoêpe = hij is ruzie aan het maken (aan het verkopen)
  • da’s gin avance = het heeft geen zin, het helpt niet

B

  • ‘k zal is een biêshen in eur oêr zette = ik zal haar eens een hint geven (een beestje in haar oor zetten)
  • blaasd m’ne zak oep = de pot op (blaas m’n zak op)
  • den Blauwe Stiên = de kade van de Schelde
  • bloskes wijsmake = iets op de mouw spelden
  • glaze bokes = pinten
  • daar moette nog veul bokes vör ete = daar ben je nog niet sterk genoeg voor (daar moet je nog veel boterhammen voor eten)
  • a ee-g-et oêg in z’n bolleke = hij heeft veel pretentie (hoog in z’n bolletje)
  • oem de vijf botte = om de haverklap
  • ge ligd in de boveste schuif = ik zie je graag, jij bent m’n favoriet (je ligt in de hoogste lade)

C

  • meh alle Chineze mor ni meh’ den deze = ik laat me niet beetnemen (met alle Chinezen maar niet met deze)

D

  • die van ons = mijn vrouw
  • a is zoe doêd as ne pier = hij is morsdood (zo dood als een regenworm)
  • een goei dracht = een voorspoedige zwangerschap
  • a is duur de komprenuur = hij is traag van begrip (van het Franse “dur” en “comprendre”)
  • ’t is duveltsheskaermis = het regent terwijl de zon schijnt (het is duiveltjeskermis)

E

  • ‘k zit meh een ei in m’n broek = ik heb schrik (ik zit met een ei in m’n broek)
  • eiren of joeng? = maak een keuze! (eieren of jongen?)
  • legd nog wad eiren onder ze gat = verwen hem nog wat meer! (leg nog wat eieren onder zijn achterste)

F

  • da fiêshe goh ni deur = dat feestje gaat niet door
  • ne fraenken teut = een brutale mond
  • a eed e stuk in z’ne frak = hij is dronken (189)
  • nen oute frak krijge = dood gaan (158)
  • oep unne frak krijge = slaag krijgen (55)
  • drij kiêr vör ne frang = als men het al twee keer gezegd/gedaan heeft en het geen derde keer wil doen
  • giêne rotte frang emme = totaal geen geld hebben
  • z’ne frang vald = hij snapt het plots

G

  • z’ee’ veul in de garage gestaan = ze ziet er nog goed uit voor haar leeftijd (ze heeft veel in de garage gestaan)
  • z’is in eur gat gebete = ze voelt zich beledigd (ze is in haar achterwerk gebeten)
  • oud oe gemak = wees kalm
  • dóe mor gewoên dan dóed’ al zot genoeg = doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg
  • van de grond gaan = neuken
  • oep een goei wei ston = erges wor a’ ge góe verzörgd wörd (364)

J

  • da’s nog van de jare stillekes = dat is verouderd, uit de tijd (dat is nog van de jaren stilletjes)

K

  • awel lot et kanneke staan en pak et liêreke = antwoord op da kan ekik ni (dat kan ik niet)
  • ze kapelleke stod ope, a verwacht nog bezuuk = zijn broek staat open (zijn kapelletje staat open, hij verwacht nog bezoek)
  • z’n kas oepfrete (210)
  • slaag et in oe kas (79)
  • een kas van een uis (111)
  • as ons kat een koei was koste we ze melken achter de stoof = het heeft geen zin stil te staan bij wat niet is (antwoord aan iemand die altijd als zegt) (als onze kat een koe was konden we haar melken achter de kachel)
  • a ee’ der zijne keês gelate = hij is gestorven (68)
  • a is kevendrager = hij is dood
  • e kinneke koêpe = een kindje krijgen
  • beter ne kleine plezaente dan ne groêten ambetaente = “size doesn’t matter” (beter een kleine leuke dan een grote vervelende)
  • ‘k gon ‘em is e kliêke passe = ik zal hem eens zeggen wat ik van hem denk (ik ga hem eens een kleedje passen)
  • ne kloêt aftrekke = iemand kloten
  • kust m’n kloête = loop naar de maan
  • diê zal vör ons gin komishes ni miêr doeng = hij is dood (die zal voor ons geen boodschappen meer doen)
  • achter Kontich woênen oêk nog mense = voorbij Kontich wonen ook nog mensen – zegt men wanneer een ander met zijn rug naar de spreker gekeerd blijft staan of een deur achter zich laat toevallen in diens gezicht
  • ik kös m’n schup af = ik hou er mee op voor vandaag (ik veeg m’n spade af)
  • daar zen kosten aan on den diê = er is (geestelijk) iets mis met die persoon
  • ik kruip in m’ne nest – ik kruip in m’nen tram – ik kruip ‘er is in = ik ga naar bed (ik kruip in m’n nest / in m’n tram / er eens in)
  • ik kus mijn twiê polle = ik prijs me gelukkig (73)
  • kust de kont van ’t vogeltshe dan krijd’ e pluime smóeleke = zoek iets om te doen – dit zegt men tegen iemand die zich verveelt (kus de kont van het vogeltje dan krijg je een pluimen smoeltje)

L

  • oep de lappe gon = gaan stappen
  • de leste zen de beste = de laatsten (laagst gerangschikten) zijn de besten
  • van ze lêve ni = nooit
  • ma’k ae lijf is deur den bak sleure? = wil je met me dansen? (mag ik jouw lichaam eens door de bak sleuren)
  • ’t is ne löbbe van ne vent = hij is een goedzak
  • gij zeh te loemp oem t’elpe dondere (233) = jij bent te dom

M

  • da’s ’t manneke = dat is het beste dat er is
  • da’s de max = dat is geweldig
  • melkbóerekaerenondenaar = weerbarstig haar (letterlijk: melkboerenkarrenhondenhaar)
  • een mottige doês – ne mottigen beêr = een onaantrekkelijke vrouw (een mottige doos – een mottige beer)

N

  • a ee’ ginne nagel oem on ze gat te krabbe = hij is straatarm (hij heeft geen nagel om aan zijn achterwerk te krabben)
  • a ee’ z’ne nestel ston afdraaie = hij heeft zich uitgesloofd (hij heeft zijn veter staan afdraaien)
  • z’ne nikkel afdraaie = zich uit de naad werken (49)

O

  • da’s van den ond = ik verafschuw het (VW)
  • ’t is wer van den ond z’n kloête = het trekt weer op niets (het is weer van de hond zijn kloten)
  • g’ed al onderd = hou nu maar op met zeuren / lastig doen (je hebt al honderd)
  • ja m’n ondshe… = drukt medeleven en berusting uit
  • z’neigen een ongeluk verschiete = zich een bult schrikken
  • een ou doês = oude vrouw (katastroof 2004-3)
  • a ee’ z’nen oute frak aangetrokke = hij is dood (hij heeft z’n houten jas aangetrokken)
  • nen ouwen aap moette gin smóele liêre trekke = iemand met veel ervaring moet men niet uitleggen hoe hij iets moet doen (een oude aap moet je geen smoelen leren trekken)

P

  • ‘k gon m’n petatten afgiete = ik ga plassen (ik ga m’n aardappelen afgieten)
  • petrol geve = gas geven (51)
  • ‘k zen pitshe paree = ik ben paraat, helemaal klaar, helemaal opgetaloord
  • zoe doêd as ne pier = morsdood
  • van de plóeg zen = erbij horen
  • de plóeg van ’t stad = dé voetbalploeg van Antwerpen (126)
  • ik kus mijn twiê polle / mag m’n 2 pollen kussen = zich gelukkig prijzen
  • de klein poses valle ni’ groêt = wanneer men een kleine portie serveert die de honger niet stilt (de kleine porties vallen niet groot)

R

  • ’t goh regene want de vaerkes loêpe meh stroêt in un bakkes = zegt men om de spot te drijven met iemand die staat te roken (het gaat regenen want de varkens lopen met stro in hun smoel)
  • ze kunne mekaar ni rieken (+ of zing) = ze kunnen elkaar niet uitstaan

S

  • ’t is in de sakosh = het is gelukt / in orde (het is in de handtas)
  • lot et Schijn mor stinke = dat zal nooit veranderen, laat maar begaan
  • ik kös m’n schup ier af = ik ga weg
  • a loept meh z’n schup oep z’ne rug = hij is ongeneeslijk ziek (hij loopt met zijn spade op zijn rug)
  • vör de sho = om te pronken
  • a lee onder de sloef = hij heeft thuis niets te zeggen (hij ligt onder de pantoffel).
  • ne smóel oem stront oep te sortere – oem een matrak oep te rodere – oem leêr oep te kloppe = een lelijk gezicht (een smoel om stront op te sorteren – om een gummiknuppel op te warmen – om leer op te kloppen)
  • ‘k em et in ’t snötshe = ik heb het in de gaten
  • ik krijg er stiêne kloête van = ik word er nijdig van
  • oep straat ston = geen woning meer hebben
  • van ’t straat zijn = geen vrijgezel meer zijn
  • stoeffe kan ’t ni lijen en klagen elpt ni = antwoord op “oe is ‘t?”
  • stuurd een kortshen a’ ge bove zeh = zegt men tegen iemand die in zijn neus peutert (stuur een kaartje als je boven bent)
  • tusse de soep en de petatte = tussen andere activiteiten door

T

  • as mijn taente nonneke ballen ad was ze nonkel pater = als, als, als… – het heeft geen zin stil te staan bij wat niet is (als mijn tante non ballen had was ze oom pater)
  • van oewen tak make = kijven (189)
  • teute Gerard! = dat zie je van hier!
  • da’s straffen tóebak = dat is straf
  • toeppe knalle = joints roken

U

  • der is nen oek af = er is (geestelijk) iets mis met die persoon (er is een hoek af)
  • z’eed eureigen oepgetalloêrd = ze heeft zich opgetut

V

  • a vald gelak Rubens = opmerking wanneer iemand valt; uitdrukking ontstaan nadat het standbeeld van Rubens op de Groenplaats omviel door een grondverzakking
  • stekt diê ze verstaend in e vogeltshen en ’t vliegd achteruit = hij is een dommerik (steek zijn verstand in een vogeltje en het vliegt achteruit)
  • ze krege dik nor un vijs (431)
  • in Vlaandere Vloms en oep ’t Sint Anneke mossele = zegt men wanneer iemand hier een vreemde taal begint te spreken, of algemeen om te zeggen dat alles zijn plaats moet hebben
  • een vliêsklak = een kaalkop (een vleespet)
  • ze vloog rond z’ne nek lak e shaerpke = ze was heel blij hem terug te zien (ze vloog rond zijn nek als een sjaaltje)
  • ‘k em persies een doei vogelke gebeft = ik heb een slechte smaak in de mond (een dood vogeltje gebeft)

W

  • da’s nah toch giê waerk [da-s na toch-chiê waerëk] da’s nou toch geen manier van doen
  • a ee water in z’ne kelder = zijn broek is te kort (hij heeft water in z’n kelder)

Z

  • ’t zaendmanneken ee’ zaend in z’n oêge gestroeid = hij heeft zoveel vaak dat hij z’n ogen niet meer kan openhouden (het zandmannetje heeft zand in zijn ogen gestrooid)
  • ne zjalóezen beddenbak (110) = iemand die heel zjaloes is
  • god zjummenas! = verbijstering
  • ‘k zweer et oep de reveêr van mijn vest (76)

Antwerpen in beeld.

Autodelen_1 Autodelen
Autodelen?
Betalend Herhal...g

Betalend herhal…g
Alcohol verboden???
Deze tas is groen

Deze tas is rood hoor…
Geen urinoir_1 Geen urinoir Is everything going Ok__1 Is everything going Ok_ Schoten_1 Schoten
In Schoten is zeker… maar de rest?
Wegens groot succes herhaald
Dit is het resultaat van een dagje rond te lopen in Antwerpen, opzoek naar hilarische taalfouten of ingrepen in de omgeving… . Inspiratie voor wat ik zelf wil doen. Na het opzoek gaan naar deze aspecten moet ik vaststellen dat Antwerpen ‘te proper’ is!

©Zoë Verbaeten